Diabetes type 1 wordt vaak gezien als een aandoening die ontstaat in de kindertijd of adolescentie. Toch is er ook een variant die pas op latere leeftijd optreedt: LADA, wat staat voor Latent Autoimmune Diabetes in Adults. Deze vorm van diabetes treedt meestal op na je 35e en lijkt in het begin op diabetes type 2, maar heeft een andere oorzaak en vraagt om een andere behandeling. Het is cruciaal dat deze vorm van diabetes op de juiste manier wordt herkend en behandeld om ernstige complicaties op termijn te voorkomen.
Wat is LADA precies en waarom is het anders dan andere vormen van diabetes?
LADA is een trage, langzaam ontwikkelende vorm van diabetes type 1 en wordt veroorzaakt door een auto-immuunreactie.
Bij LADA valt het lichaam – net als bij klassieke type 1 diabetes – de insulineproducerende cellen in de alvleesklier aan. Dit leidt tot een afnemende insulineproductie. In tegenstelling tot klassieke type 1, waarbij dit proces snel gaat, verloopt het bij LADA geleidelijk.
Omdat de symptomen zich langzaam ontwikkelen en de beginfase lijkt op type 2 diabetes, krijgen veel mensen in eerste instantie de verkeerde diagnose. Dit kan gevolgen hebben voor de effectiviteit van de behandeling.
Op welke leeftijd krijg je diabetes type 1 op latere leeftijd?
LADA komt meestal voor bij volwassenen vanaf 35 tot 40 jaar.
In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is diabetes type 1 niet uitsluitend een kinderziekte. Bij LADA openbaart de ziekte zich pas in de volwassenheid en wordt vaak pas na verloop van tijd als type 1 herkend.
De meeste mensen die LADA ontwikkelen, denken aanvankelijk dat ze type 2 diabetes hebben, waardoor behandelingsstrategieën niet altijd meteen optimaal zijn. Regelmatige controle en aanvullende testen kunnen uitsluitsel geven.
Wat zijn de symptomen van LADA?
De symptomen van LADA ontwikkelen zich langzaam en bestaan onder andere uit vermoeidheid, veel dorst en vaak plassen.
Omdat de insulineproductie geleidelijk afneemt, ervaart de persoon langzaam verergerende klachten. Dit maakt het lastig om het onderscheid te maken tussen LADA en andere vormen van diabetes bij het stellen van de diagnose.
Andere symptomen zijn gewichtsverlies, wazig zien en in sommige gevallen plotselinge schommelingen in de bloedsuikerspiegel. De klachten nemen meestal toe over een periode van maanden tot soms jaren.
Hoe wordt LADA gediagnosticeerd?
LADA wordt vastgesteld door het meten van specifieke antistoffen in het bloed, die wijzen op een auto-immuunreactie.
De aanwezigheid van auto-antistoffen – zoals GAD-antistoffen – kan aantonen dat het lichaam de insulineproducerende cellen aanvalt. Deze testen worden vaak uitgevoerd wanneer een patiënt met ogenschijnlijke type 2 diabetes niet goed reageert op standaardmedicatie.
Ook het meten van de C-peptide waarde (die de resterende insulineproductie aangeeft) helpt bij het bepalen of insulinetherapie nodig is. Indien LADA wordt vermoed, kan tijdige doorverwijzing naar een specialist het verschil maken.
Wat is het verschil tussen LADA en type 2 diabetes?
Het belangrijkste verschil is dat LADA een auto-immuunziekte is, terwijl type 2 diabetes vooral veroorzaakt wordt door insulineresistentie.
Bij type 2 hangt het probleem samen met de gevoeligheid van het lichaam voor insuline, niet per se met het vermogen van de alvleesklier om insuline aan te maken. Bij LADA gaat de alvleesklier geleidelijk minder insuline produceren door schade aan de bètacellen.
Een ander groot verschil is de behandeling. Waar bij type 2 vaak wordt gestart met tabletten en leefstijlveranderingen, zal iemand met LADA uiteindelijk insuline moeten spuiten, net zoals bij ‘klassieke’ type 1 diabetes.
Welke behandelingen zijn er voor diabetes type 1 op latere leeftijd?
De behandeling van LADA bestaat uit insulinetherapie in combinatie met het monitoren van de bloedsuikerspiegel.
Hoewel bij de eerste diagnose soms nog gekozen wordt voor medicijnen zoals metformine, zijn deze meestal niet voldoende op de langere termijn. De insulineproductie neemt af, waardoor insulineinjecties noodzakelijk worden.
Een gezond eetpatroon, voldoende beweging en het nauwkeurig bijhouden van glucosewaarden blijven essentiële onderdelen van de behandeling. Hierdoor kunnen complicaties uitgesteld of vermeden worden.
Hoe groot is het risico op complicaties bij LADA?
Net zoals bij klassieke diabetes type 1 verhoogt ook LADA het risico op complicaties als hart- en vaatziekten, oogproblemen en nierproblemen.
Omdat LADA vaak laat wordt herkend, is het risico op complicaties op termijn aanwezig. Regelmatige controles en strikte regulatie van de bloedsuikers zijn daarom van groot belang om schade aan organen te beperken.
Mensen met diabetes type 1 – dus ook LADA – hebben een kortere levensverwachting. Voor een 45-jarige betekent dit gemiddeld dertien jaar minder levensverwachting dan iemand zonder diabetes. Tijdige en juiste behandeling kan dit verschil deels verkleinen.
Hoe kun je als patiënt het verschil herkennen?
Als je ouder bent dan 35, een normaal postuur hebt en snel insuline nodig hebt, kan dat wijzen op LADA in plaats van type 2 diabetes.
Lichaamstype, leefstijl en de snelheid waarmee medicatie niet meer werkt, spelen een rol in het herkennen van LADA. Veel mensen met LADA zijn niet zwaarlijvig en reageren niet goed op standaardmedicatie bij type 2.
Twijfel je aan je diagnose of merk je dat tabletten bij type 2 onvoldoende effect hebben? Vraag dan om een test op auto-antistoffen en bespreek dit met je arts om duidelijkheid te krijgen over het type diabetes dat je hebt.
Heb jij ervaring met diabetes die pas op latere leeftijd is vastgesteld? Of herken je jezelf in een van de symptomen die hierboven zijn genoemd? Deel jouw verhaal en laat in de reacties weten hoe jij ermee omgaat.
Geef een reactie